Loyaliteit

Kinderen zijn heel flexibel en passen zich vaak moeiteloos aan in verschillende leefsituaties. Ze gedragen zich naar de wensen van de grootouders als ze daar logeren of bij vriendjes en vriendinnetjes. Als ze weer thuis zijn na een weekje logeren bij Opa en Oma kunnen ze een dag of meer bijzonder lastig zijn voor de ouders. Het aanpassen en afscheid nemen van deze andere omgeving vraagt veel energie van de kinderen. Gelukkig kunnen ze in hun eigen vertrouwde omgeving weer tot zichzelf komen en aan hun ouders vertellen hoe zij de tijd elders hebben beleefd.
Hoe anders is dit het geval bij gescheiden ouders waarbij de kinderen met een grote frequentie zich steeds weer moeten aanpassen aan de veranderende leefsituatie bij vader of moeder, al dan niet met (stief)vader/moeder en (stief) broertjes/zusjes. Deze kinderen hebben meestal geen mogelijkheden om zich thuis weer lekker te kunnen laten gaan om weer tot zichzelf te kunnen komen. Zeker niet als beide ouders door een nieuwe relatie onderdeel zijn van een nieuw samegesteld gezin. Hierdoor is het kind zijn eigen vertrouwde thuis kwijtgeraakt. Door de altijd aanwezige verticale loyaliteit tussen kind en ouder en visa versa verbieden zij zichzelf om zich hierover te uiten, voelen dit als verraad aan een der ouders. Dat betekent dat zij steeds meer energie steken om het de beide ouders afzonderlijk naar de zin te maken en ondertussen bekneld raken in een groot loyaliteitsconflict wat zich bij het ouder worden gaat wreken. Ze zijn zichzelf vergeten en hebben getracht te voldoen aan het verwachtingspatroon van de ouders. Hun eigen latente verwachting van het leven (identiteit) is niet tot ontwikkeling gekomen.
En ook voor hun geldt Prein's visie. De gescheiden ouder die denkt dat het allemaal wel meevalt en gelooft dat het kind geen schade ondervindt van de scheiding wordt later ernstig teleurgesteld; ieder kind wordt meer of minder beschadigd bij een scheiding. Om deze schade zoveel mogelijk te beperken moet het kind in staat worden gesteld om de (nietverzorgende) ouder een plaats te geven inclusief de rol die hij/zij speelt in het leven van het kind. Het kind moet leren om de beperkingen/teleurstellingen te benoemen en te accepteren. Dat alles is essentieel voor een gezonde ontwikkeling van het kind en ouders moeten hiervoor de ruimte creeren. Daarna onstaat ook de ruimte om een eventuele stiefouder te accepteren en een plaats te geven in zijn/haar leven. Als dit niet gebeurt blijven de stiefouder en de biologische ouder dezelfde ruimte innemen en alleen dat al geeft (loyaliteits)conflicten.
Alles wat kostbaar voor je is moet je koesteren en zorgvuldig mee omgaan. Menigeen zal beamen dat een kind het meest 'kostbare bezit' is in het leven van ouders. Het is verbazingwekkend te ervaren hoe ouders met hun 'kostbare bezit' omgaan.
zie ook:http://www.mandala.be/psychotherapie/nagy.htm en lees 'de liefdesladder"van Else Marie van den Eerenbeemt.

Verliefd

35 Jaar geleden werd ik verliefd op mijn echtgenoot, een (gescheiden) man met vijf opgroeiende kinderen in de leeftijd van 9-14 jaar en besloot na ampel beraad de sprong te wagen om met hem in zee te gaan. Een jaar daarna waren we getrouwd en was ik full time stiefmoeder. Dat had met name voor mij nogal wat gevolgen. Op zondagmorgen aan de Amstel koffie gaan drinken doe je echt niet even met vijf kinderen en zo zijn er nog wel meer dingen te bedenken daar hoef je echt niet veel fantasie voor te hebben Daarnaast was het delen van tijd en ruimte, dit laatste ook in letterlijke zin, een probleem. Niets was meer van mij alleen. En , behalve het echtelijke bed, niets van ons samen.
Kinderen zijn meestal letterlijk en figuurlijk erg aanwezig maar met vijf in getal is dit zeker het geval. Omdat mijn echtgenoot voor zijn werk veel moest reizen was ik ook nog vaak alleen met opgroeiende en puberende kinderen en dat was lang niet even gemakkelijk. Maar ondanks dat er binnen het gezin weinig tijd en ruimte voor mezelf was ben ik wel de weg gegaan die ik voor mezelf belangrijk vond. Al heb ik hiervoor uiteraard concessies moeten doen. Als kind van vijf jaar verloor ik mijn moeder en mijn vader bleef met dertien kinderen achter. De kans om te studeren was er toen niet maar de wens daartoe bleef aanwezig en toen de situatie veranderde begon ik aan een inhaalmanoeuvre. Ik volgde reeds de avondschool (Mavo) toen ik mijn man ontmoette. Daarna heb ik Havo, onderwijsbevoegdheid en HBO personeelswerk gevolgd. Een groot deel van mijn arbeidzame leven heb ik gewerkt in de sector P&O. Ik vind het erg belangrijk dat je als moeder, maar zeker als stiefmoeder economisch onafhankelijk bent en dat dit de balans in de relatie alleen maar ten goede komt. Een gevleugelde uitspraak van mij in die tijd was dan ook; 'ik heb je alleen nodig om lief voor me te zijn, de rest kan ik zelf".
Als ik mijn positieve bril opzet dan zijn we beiden over veel zaken tevreden. Vanuit een geheel gebroken gezin waarin de moeder het letterlijk en figuurlijk liet afweten zijn de kinderen allen weer ‘goed' terechtgekomen. Ze verdienen allen hun eigen inkomen en problemen met drank, drugs of nog erger, zijn ons bespaard gebleven. De angst daarvoor is wel altijd latent aanwezig geweest. Met alle kinderen en kleinkinderen is er regelmatig contact, maar... kijk je naar het geluk van de kinderen en kleinkinderen dan zie je dat de geschiedenis zich, helaas, herhaalt. Ook hier weer scheidingen, samengestelde gezinnen en gedeelde kinderen. De belangrijkste taak in opvoeden is naar mijn mening dat kinderen leren zichzelf staande te houden en 'jezelf gelukkig voelen' is naar mijn mening daarin een belangrijke pijler. Daarvoor ligt de basis in de eerste kinderjaren en als in die periode je het meest belangrijke wordt onthouden; de onvoorwaardelijke moederliefde dan worden kinderen daardoor wel beschadigd.


Ik heb mij nooit een stiefmoeder gevoeld, heb de moederrol nooit gezocht omdat ik vond en nog steeds vind dat zolang de biologische moeder leeft zij recht heeft op deze titel. Van begin af aan ben ik naar de kinderen een verzorgster geweest die ook haar eigen regels probeerde te handhaven. Maar als je stiefzonen van vijftien/zestien jaar op zaterdagavond uitgaan en laat in de avond bellen of ze bij hun moeder mogen blijven slapen, terwijl hun vader in het buitenland verblijft, verkoop dan maar eens nee, ook al weet je dat daar totaal geen toezicht of controle is.
Dat heeft tot gevolg dat je ook je eigen normen en waarden moet bijstellen omdat je als stiefmoeder geen enkele grip hebt op dit gebeuren.
Maar verleggen kinderen, ongewild, niet altijd je grenzen? Misschien is dat juist ook wel mooi....

In onze relatie hebben we veel energie gestoken omdat we beiden van mening waren en nog steeds zijn dat kinderen alleen gelukkig zijn met gelukkige ouders en jaren later, wanneer de kinderen op zichzelf wonen kun je die stelling omdraaien.

Met drieënvijftig jaar ben ik begonnen aan de studie psychologie aan de open Universiteit Nederland en heb deze met succes afgerond. Gedurende deze boeiende periode was ik lid van het dagelijks bestuur van de studentenraad van de OUNL, met frequente contacten en bijeenkomsten met het college van Bestuur, de VSNU, Iso Lsvb, vaste kamercomissie- en de minister van Onderwijs. In mijn vrije tijd ben ik bezig met het schrijven van een boek met de titel 'Leven in een spagaat' en geef ik workshops meubels stofferen, een wat uit de hand gelopen hobby. Tevens werk ik mee aan een onderzoek voor de stichting stiefmoeders Nederland en neem deel aan de stiefmoederdag op 15 maart a.s. En ga bij wijze van pilot een aantal gespreksgroepen leiden voor de stichting stiefmoeders Nederland.
Doelgroep; stiefmoeders die willen praten over deze speciale problematiek.








De regenboog

Het samengestelde gezin is als een regenboog waarin iedere persoon die deel uitmaakt van dat gezin zijn eigen kleur en mooie schittering inbrengt. Laat de regenboog intact! We verwonderen ons immer over al die mooie kleuren die zo naadloos in elkaar overlopen. Simpeler gezegd; laat ieder in zijn eigen waarde.
Rood en blauw zijn beide primaire kleuren en als kleur volkomen gelijkwaardig aan elkaar maar niemand zal beweren dat het dezelfde kleuren zijn. Zo heb ik ook altijd het leven met andermans kinderen gezien, als kinderen gelijkwaardig aan elkaar maar toch zo verschillend. Niet meer niet minder; niet beter niet slechter; niet gemakkelijker niet moeilijker; niet meer of minder problemen; maar wel volkomen anders.
Zonder aan de grondstoffen te morrelen verandert het universele begrip rood en blauw niet. Zo verandert het stiefgezin ook nooit in een kerngezin; simpel omdat de fundamentele basis er reeds is en nooit meer kan worden veranderd. In het leven met andermans kinderen doorloop je verschillende fases van respectievelijk gedogen, accepteren en het ultieme wat je kunt bereiken is ze te aanvaarden. Dat is een proces van jaren en misschien blijf je steken in de fase van acceptatie. De kinderen gaan door eenzelfde proces alleen is het voor hun allemaal wat heftiger. Ook zij blijven vaak steken in de fase van acceptatie. Als stiefouder kies je min of meer voor deze situatie. Kinderen hebben niets te kiezen, dat wordt voor hun gedaan!! Een kind heeft het recht om van vader en moeder te houden, ook al zijn die in gebreke gebleven. Sterker, het is een kunst om de gebreken van de ouders onder ogen te durven zien, ze te benoemen en dan nog liefdevol van beide ouders te houden. Kritiek op een bepaald gedrag of aspect betekent niet dat de gehele persoon wordt veroordeeld. (Stief)ouders hebben de plicht om hun kinderen daarbij te helpen. Dat lijkt op altruïstisch handelen maar niets is minder waar; het is ordinair eigenbelang op de lange termijn.